Padel regels: serveren en scoren

Padel wordt bijna altijd in dubbelspel gespeeld op een baan met een glazen wand en hekken. Dit veld heeft een afmeting van ongeveer 1/3 van een tennisbaan. De score is hetzelfde als bij normaal tennis en de ballen lijken op tennisballen, maar er zit minder druk in de ballen. Het grootste verschil is dat de padelbaan omgeven is door hekwerk en glazen wanden muren. Deze wanden kun je gebruiken tijdens het spelen van padel. 

Scoren in padel

Padelwedstrijden bestaan meestal uit twee tot drie sets. Om een set te winnen, moet je minimaal zes games winnen. Bij een gelijke stand van 6-6 wordt de winnaar bepaald door een tie-break. Bij een tie-break wint het eerste team dat zeven punten scoort de set.

Elk team start met 0 punten en spelen naar de 40, net als bij tennis. Eerst komt 15, dan 30 en dan 40. Wanneer je gelijk staat met 40-40, wordt dit een deuce genoemd, wat in wezen een gelijkspel betekent.

Het volgende punt dat door hetzelfde team wordt gewonnen, is voordeel en als je dan het volgende punt wint, heeft het team de game gewonnen. Als je het punt verliest, keert de score terug naar deuce. Er zijn dus twee opeenvolgende punten nodig om een gelijkspel om te zetten in een game.

Positie spelers

Het spel wordt gespeeld in duo’s. De spelers staan ​​in de gebieden aan een kant van het net. De serveerder brengt de bal in het spel en de ontvanger speelt de bal terug.

De ontvanger mag in elk deel van zijn gebied van het speelveld staan, evenals de partner van de ontvanger en de partner van de serveerder.

Spelers wisselen van kant wanneer het aantal gespeelde games een oneven aantal is. Als er een fout wordt gemaakt en de spelers wisselen niet van speelhelft, moeten ze de fout rechtzetten.

Kant keuze en service

De keuze van de partijen en het recht om te serveren in de eerste game wordt bepaald door tossen. Het paar dat de tos wint, heeft het recht om te kiezen tussen;

1. Serveren of ontvangen van de service
2. De kant van het veld
3. Verzoeken dat hun tegenstanders eerst kiezen.

Serveren

Het serveren moet op de volgende manier worden uitgevoerd.

1.  De speler die serveert (de serveerder) moet met beide voeten achter de servicelijn tussen de centrale servicelijn en de zijmuur staan. De bal wordt diagonaal over het net geserveerd in het tegenoverliggende servicegebied. De bal moet binnen of op de lijn stuiteren van het vak. De eerste service is vanaf de rechterkant, waarna de bal naar de schuinoverkant wordt geserveerd.
2. De serveerder moet de bal achter de servicelijn en in het gebied tussen de middenlijn en de zijmuur stuiteren.
3. De serveerder mag de servicelijn niet met zijn voeten raken.
4. Op het moment van serveren moet de speler de bal op of onder heuphoogte slaan en op het moment van slaan moet de speler minimaal één voet op de grond hebben.
5. Bij het serveren mag de speler niet lopen, rennen of springen, kleine bewegingen die geen invloed mag wel.
6. Als de speler de bal mist bij een poging om de bal te slaan, telt dit als service.

Hoe score je punten?

• De bal stuitert twee keer op de grond aan de kant van de tegenstander.
• Een tegenstander slaat de bal in het net.
• De tegenstander slaat de bal buiten het speelveld, buiten de kooi of tegen een van je muren.
• De tegenstander slaat de bal tegen zijn hekwerk.
• De bal raakt een tegenstander.

Fouten tijdens padel

• Als de bal in het spel is, raken de spelers of hun kleding het net of een deel van het speelveld van de tegenstander.
• Na een tweede keer stuiteren heeft de tegenstander een punt.
• Elke keer dat een speler de bal twee keer raakt.
• In het geval dat een speler twee opeenvolgende servicefouten maakt.
• In elke situatie waarin de bal van de speler het hekwerk raakt van zijn eigen kant.